

Vooraanzicht van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis,
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, jaren ’50-’60 van de twintigste eeuw?
Auteur: Ronald Sluijter
In onze wijken staat een flink aantal gebouwen die verbonden zijn met de zorg voor armen in het verleden. We zullen in deze rubriek de komende tijd aan deze gebouwen aandacht besteden.
Nu: het ‘Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis’, kortweg ‘Oudeliedenhuis’, op de Herengracht, nummer 33-35.

Het pand dateert uit 1886. Het werd ontworpen in neo-renaissance stijl door de bekende Leidse architect W.C. Mulder en heeft tot 1975 gefunctioneerd als tehuis voor Leidse bejaarden.
In het gebouw aan de Herengracht kwamen daarna internationale studenten te wonen. Vanaf 2015: 32 studenten die lid zijn van Minerva, Quintus of Augustinus.
We kunnen zeggen dat zij met hun neus in de boter gevallen zijn, want het Rijksmonument beschikt over een prachtige ‘ fusie’ (gezamenlijke woonkamer) met authentieke betimmering, lambrisering en haard. Het huis heeft vijf keukens en negen badkamers. In een artikel in het Leidsch Dagblad wordt de trap met loper omschreven als ‘chic’. Er is bovendien een grote binnenplaats en een plein aan de voorkant, waar de bewoners zomers prima kunnen barbecueën.
Boven de ingang herinnert het opschrift ‘Oudeliedenhuis’ aan de oude bestemming. De gevel heeft twee prachtige reliëfs met allegorische voorstellingen van Weldadigheid, Rust en de Vrede (links) en Menslievendheid, Oprechtheid en Dankbaarheid (rechts).


Maar wat is de voorgeschiedenis van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis? De naam roept waarschijnlijk vragen op. Wat is een minnehuis? Een huis waar het minnespel wordt bedreven? Nee, al kunnen we natuurlijk niet uitsluiten, dat de oudjes die hier vroeger waren gehuisvest elkaar nog weleens wisten te vinden.
Het huis werd in 1782 opgericht voor bejaarden die tot dan toe gehuisvest waren bij particulieren. Ze waren daar uitbesteed door het Huiszittenhuis, een deels kerkelijk, deels stedelijke instelling die armen voorzag van eerste levensbehoeften. In de administratie van het Huiszittenhuis werden bejaarden die niet meer zelfstandig konden wonen en daarom werden uitbesteed, aangeduid met de term ‘minnekinderen’, net als jonge kinderen die bij een min waren ondergebracht.
De redenen voor de stichting van het Oudeliedenhuis waren financieel van aard, maar ook gelegen in de belabberde leefomstandigheden waarin de uitbestede bejaarden verkeerden. De minnekinderen ‘..hebben geduurende hun geheele leven tot het geringste en onbeschaafste soort van inwoonders behoort, en veelen derzelven zijn in de minnehuyzen, bijna gelijk beesten in een stal’, zo lezen we in een van de plannen voor de oprichting van het nieuwe huis.
Die plannen werden al vanaf 1740 gemaakt, maar het zou nog tot 1782 duren voordat het benodigde startkapitaal uit legaten van rijke Leidenaars bijeen was gebracht. Bovendien was er toen een geschikt pand vrijgekomen. Het Arme Kinderhuis, op de hoek van de Middelweg en de Koppenhinksteeg, fuseerde met het weeshuis, en kwam daardoor leeg te staan. De eerste bejaarden van het nieuwe Oudeliedenhuis kwamen in 1783 het gebouw binnen.
De stichting betekende overigens niet dat aan de uitbesteding van bejaarden meteen een einde kwam. Om financiële redenen waren de regenten van het Huiszittenhuis en die van het nieuwe Oudeliedenhuis overeengekomen in eerste instantie niet meer dan 74 minnekinderen in de nieuwe instelling op te nemen. Vervolgens zouden er elk jaar twee nieuwe bewoners mogen komen. Het gevolg was dat nog tot minstens 1800 de praktijk van uitbesteding in de particuliere minnehuizen behouden bleef.
De bewoners van het Oudeliedenhuis hadden het in elk geval beter dan die in de particuliere minnehuizen, al kwamen misdragingen, vooral als gevolg van dronkenschap, regelmatig voor. Door financiële perikelen was de situatie in de Franse tijd minder rooskleurig, waardoor het aantal bewoners moest worden teruggebracht. In de jaren 1815-1818 moesten de ouderen op last van het stadsbestuur een aantal malen verhuizen, omdat in het pand aan de Middelweg gewonde militairen uit de Slag bij Waterloo werden verpleegd.
De regenten besloten daarom op zoek te gaan naar een andere locatie en kochten een aantal aangrenzende panden aan de Herengracht, onder andere van lakenfabrikant Johannes Krantz. Op 1 juni 1818 kwamen de eerste bewoners het nieuwe Oudeliedenhuis binnen. De panden waren verbouwd, zodat er aan de zijde van de Langestraat een slaapzaal ontstaan was, verdeeld in een mannen- en een vrouwenafdeling. De eetzaal kwam aan de Herengracht, en er was ook een speciale ziekenzaal gecreëerd.


Hoogste punt. Verkregen van de studenten daar gehuisvestigd 2025. Detail ‘Kaart der Stad Leiden’, met het Oudeliedenhuis vóór de nieuwbouw van 1886, H.L.A. van Campen, ca. 1879. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken.

Drie oude vrouwtjes in het Oudeliedenhuis, Collectie Erfgoed Leiden, foto Willem Johannes Kret, 1927.
Hoewel het oude gebouw nog in 1864 vertimmerd werd en er een bovenzaal werd ingericht, voldeed het op een gegeven moment blijkbaar niet meer aan de eisen van de tijd. Het werd tegen de vlakte gegooid en vervangen door het huidige statige pand. Het gebouw heeft tot 1975 Leidse bejaarden gehuisvest.
Zij betrokken daarna het Huis op de Waard aan de Nieuwe Rijn.
Bronnen
‘Monumentendagen Leiden: kom kijken in het Oudeliedenhuis’, 2-1-2021 https://www.duwo.nl/over-duwo/duwo-nieuws/het-laatste-nieuws/nieuwsbericht/monumentendagen-leiden-kom-kijken-in-het-oudeliedenhuis#/ (n.b. de foto die bij dit artikel staat is niet het gebouw aan de Herengracht).
Otgaar, Peter, ‘Mensenwerk. Het Gereformeerde Minne- of Arme Mannen- en Vrouwenhuis’, in Jaarboek Dirck van Eck-Stichting 15 (2001) 61-103 (deel I: 1783-1817) en idem 13 (2003) 19-61 (deel II: 1818-1883). https://oudleiden.nl/publicaties/jaarboeken-dirk-van-eck
Sluijter, Ronald, Oud, afgesloofd, behoeftig en arm’. Bejaardenzorg in Leiden in de achttiende eeuw (doctoraalscriptie Leiden, 1995) http://www.historischhuis.nl/Scripties/20050312Sluijter.html
Sluijter, Ronald, ‘”Gelijk beesten in een stal” Uitbesteding van bejaarden door het Leidse Huiszittenhuis in de 18e eeuw’, Holland 31:3 (1999) 148-166.
‘Tachtig man kwam hospiteren’, Leidsch Dagblad 21-8-2015. https://www.leidschdagblad.nl/regio/leiden/tachtig-man-kwam-hospiteren/9938218.html